Is jouw organisatie van toegevoegde waarde?
Als je op toegevoegde waarde googled, krijg je dit als eerste te zien:
“toegevoegde waarde is een begrip uit de economische wetenschappen. Bedoeld wordt het verschil tussen de marktwaarde van productie en de daarvoor ingekochte grondstoffen. Het is dus gelijk aan de omzet minus het aankoopbedrag (niet gelijk aan omzet minus de kosten, dit is winst).”
Ik herken mij helemaal niet in deze omschrijving, veel te koud en berekenend. Veel interessanter vind ik de zienswijze vanuit dienstverlening waarbij de klant en de wens van de klant centraal staat, vanuit een marketingperspectief. Waarmee maak ik de klant beter en hoe bereik ik dat op een manier die bij de klant past? Het begint bij het leren kennen van de klant; de rol, de positie, de verantwoordelijkheden, de mogelijkheden, de beperkingen, de kansen, de risico’s etc. Klanten kunnen zowel extern zijn als intern, je directe collega’s.
Bij de verschillende opdrachten die ik mag doen stel ik dezelfde vragen: wat is de positie van de opdrachtgever en hoe verhoudt die zich tot het netwerk en wat voegt de opdrachtgever toe aan dat netwerk? Voor non-profit organisaties is dat de basis van hun bestaan. Waren ze daar niet voor opgericht? Toch zien we ook dat er organisaties zijn die er vooral voor zichzelf lijken te zijn en teveel naar binnen zijn gekeerd. Althans; zo ervaart de buitenwereld dat (te) vaak. Een goede relatie met je netwerk en je toegevoegde waarde is essentieel, dat is je bestaansrecht.
De wet van snuf is een mooie metafoor van Jos Burgers. Jos is een veelgevraagd spreker die op een humoristische en laagdrempelige manier management-theorieën uitlegt. Ik houd daar erg van, het maakt het een stuk leuker om tot je te nemen.
Wanneer jij wilt sparren over “toegevoegde waarde”, of je durft het aan om gezamenlijk van buiten naar binnen te kijken; kop koffie doen?